De duik die je wist die zou komen
Tot mijn grote spijt moet ik bekennen dat ik vandaag, terwijl we al vijf maanden gehad hebben in 2013, pas de eerste duik van dit jaar in Nederland heb gemaakt. Ja, ik weet het, het is schaamteloos. Elk jaar neem ik me weer voor om het hele jaar door te duiken, maar puntje bij paaltje lukt het me erg slecht om geschikte weekenden te vinden en om een buddy zo gek te krijgen mee te gaan. Geheel m'n eigen schuld natuurlijk, want in feite komt het gewoon neer op een slecht stukje time management.
Echter, vandaag was het dan zo ver: de duik die je wist die zou komen! ;-) Nadat ik mijn vriendin had achtergelaten voor haar werk in Goes, reed ik richting Scharendijke voor mijn eerste duik van dit Nederlandse duikseizoen. Niet de eerste van het jaar, want vorige week zat ik nog in Kroatië (in Bol, op het eiland Brač: aanrader), waar we twee duikjes gedaan hebben. Overigens was het daar ook nog aan de frisse kant.
Kerkweg: oost west, thuis best
Vandaag dook ik op de Kerkweg. Allerminst een onbekende plek voor me. Door mijn werkzaamheden als instructeur in Scharendijke kom ik hier in het duikseizoen altijd behoorlijk vaak. Ik heb het even nagekeken en sinds 2003 heb ik hier 543 duiken gemaakt. Je zou zeggen dat het op een gegeven moment gaat vervelen, maar dat is allerminst het geval. Deze duikstek is altijd weer anders en omdat de meeste duiken die ik hier doe begeleide duiken zijn met mensen die niet eerder in Zeeland/Nederland gedoken hebben, zijn m'n buddy's vrijwel zonder uitzondering altijd verrast en enthousiast na een duik. Ze beseffen zich vooraf simpelweg niet wat hier allemaal te zien is.
Klaar voor de duik
Dit weekend was zo'n beetje het eerste fatsoenlijke zomerse weekend, hoewel nog wel wat aan de frisse kant door de koele, stevige wind. Desondanks was het behoorlijk druk op de parkeerplaats van de duikstek. Ondanks de geruime tijd dat ik niet (in een droogpak) gedoken had, was de routine bij het opbouwen en aankleden niet verdwenen.
Vandaag dook ik met twee buddy's, beide zo'n 40 tot 60 duiken achter de rug, maar nog geen ervaring met het mooie onderwaterleven in Zeeland. Na de veiligheidscheck gaan overwinnen we de dijk en stappen met een commandosprong het water in. De maskers worden geprepareerd en we nemen nog even de laatste afspraken door. Ik vraag beide duikers ieder aan een zij van me te zwemmen.
Stoffig, met lokale opklaringen
De wind (ongeveer 4 Bft) staat pal noord en daarmee vrijwel recht op de dijk. Hierdoor is er best wat golfslag, wat het zicht de eerste paar meters geen goed doet. Ondanks het slechte zicht is er de eerste meters best nog wat te zien. We spotten een groene wierslak (waar er ongetwijfeld veel meer van zitten) en een gewone steurgarnaal (ook geen ongewone verschijning hier).
We gaan eerst richting het noorden, naar de rand van het plateau. Vaak ga ik langs de rand naar het oosten, maar nu ga ik eerst nog wat dieper, zodat we snel bij de reefballs zijn. Het zicht wordt hier wat beter, een meter of twee. Er valt echter weinig te zien, op de elk jaar verbeterende begroeiing van het kunstrif na en een paar botervisjes.
Ik besluit na ongeveer een kwartier verder naar het noorden te gaan. Het plateau met de reefballs loopt langzaam af van ongeveer acht naar 12 meter diepte. Daar begint een tweede drop-off naar een meter of 20. Onderweg komen we aardig wat wolken stof tegen, mogelijk zijn een paar duikers ons al voor geweest.
Koud, kouder, koudst
Het voordeel van deze drop-off is dat lang niet alle duikers hier naar toe gaan. Hierdoor heb je vaak weinig last van opgewaaid zand. Terwijl we langzaam afzakken naar een meter of 15, daalt ook de temperatuur met een paar graden, naar 12° Celsius. De temperatuursdaling is direct voelbaar via m'n handen en m'n hoofd, gelukkig mijn droog- en onderpak de meeste kou buiten de deur.
Na een paar kreeften gespot te hebben, zie ik ineens een donker visje ergens tussen wat stenen. Eerst denk ik dat het een zwarte grondel is, maar die schieten meestal gelijk weg. Deze blijft echter wat langer in rondjes op z'n plek zwemmen, zoals je vaker ziet bij vorskwabben. En jawel, dit blijkt inderdaad een jonge variant te zijn. Leuk om m'n buddy's te kunnen laten zien tijdens hun eerste duik in de Grevelingen.
Terug langs de vaargeulton
Na een paar minuten op 15 meter diepte, geeft een van m'n buddy's aan dat hij nog maar een halve tank heeft. Terug omhoog dus en dat is ook best wel lekker voor de handen en het gezicht. We zwemmen zo'n beetje zuid-west en zien onderweg wat meer kreeften. Het aantal valt me nog wel tegen. Wellicht heeft dat met de tegenvallende temperaturen te maken of wordt er toch nog regelmatig gestroopt. Door de golfslag hoor je het gerinkel van de ketting van de rode vaargeulton (de G64) gedurende de hele duik. Vorig jaar ging de ketting op tien meter diept, recht voor de steiger omhoog. Ik besluit de ketting te zoeken, want doordat de grond onder de ketting bezaaid ligt met afgevallen mosselen, zit er vaak veel leven op de bodem. Het lukt me echter niet de ketting dit keer te vinden, maar wel de kaalgeslagen grond waar de ketting met zwaarder weer over heen moet hebben gesleept.
Doordat m'n buddy nu echt richting z'n reserve begint te gaan, zwemmen we vanaf die plek naar het zuiden, terug naar de steiger. Rustig zwemmend en de bodem afspeurend, zie ik nog een hooiwagenkrabbetje die ik ook aan m'n mededuikers toon. Verderop zit een dikke noordzeekrab onder een steen.
Terug bij de stijger zijn beide buddy's erg enthousiast over hun duiken, ze hadden niet verwacht zoveel te zien in dit water. Mijn doel is in ieder geval bereikt: weer een paar duikers die een leuke duik hebben gehad in Zeeland.
Foto's door Yoeri van Es Onderwaterfotografie