duikplaatsen in Nederland & België

DUIKPLAATS.NET

Duikgeneeskunde - Decompressieziekte

Gepubliceerd op

Duiken is een prachtige sport. Door de mooie omgeving en de rust onderwater zou je bijna vergeten dat het toch ook risico's met zich mee brengt. Tijdens en na het duiken kan je te maken krijgen met drie types aandoeningen:

  • Aandoeningen waarbij het beloop wel door duiken kan worden beïnvloed maar niet direct met het duiken zelf te maken hebben (bijvoorbeeld een hartinfarct, epileptisch insult)
  • Aandoeningen die te maken hebben met het verblijf in water (bijvoorbeeld onderkoeling)
  • Aandoeningen die te maken hebben met het verblijf onder water: de specifieke duikziekten.

In deze column wordt elke keer een aandoening uitgelicht.

Door D.F.M. van Winden (arts-assistent Hyperbare Zuurstoftherapie
) & T.P. van Rees Vellinga (arts Hyperbare Geneeskunde).

Inleiding decompressieziekte

Decompressieziekte werd oorspronkelijk beschreven bij caissonwerkers. Caissons waren containers die onderwater lagen bij o.a. de bouw van bruggen en tunnels. Er werd onder verhoogde luchtdruk gewerkt in de caissons. Bij terugkeer naar normale omgevingsdruk kregen de caissonwerkers regelmatig last van een onbekende 'caissonziekte'. Later werd dit decompressieziekte (DCZ) genoemd. De klachten bij DCZ ontstaan door het vrijkomen van gasbellen in de bloedsomloop en weefsels bij het opstijgen. Dit gas was tijdens de duik opgelost in het lichaamsweefsel. De gasbellen kunnen onder andere bloedvaten naar belangrijke organen afsluiten, ontstekingsreacties veroorzaken en weefsels verdrukken. Deze processen kunnen veel schade aanrichten en een grote verscheidenheid aan klachten geven. Het onderkennen van DCZ en een adequate behandeling is van groot belang voor goede kans op volledig herstel!

Het ontstaan van DCZ

Als een duiker afdaalt, neemt de druk in ons lichaam toe volgens de wet van Boyle. De druk bepaalt de hoeveelheid stikstof die in het lichaam wordt opgenomen. Naarmate de duik dieper is, wordt de druk hoger en wordt er meer stikstof in ons lichaam opgelost. De relatie daartussen wordt beschreven in de wet van Henry. Omgekeerd komt er bij afnemende druk (opstijgen) stikstof vrij. De overmaat aan vrijgekomen stikstof verdwijnt weer uit het lichaam via de longen. Bij een te snelle opstijging echter, verlaat het opgeloste stikstof zo massaal de weefsels dat de longen dit niet kunnen verwerken. Dit kan leiden tot stikstofbellen in de lichaamsweefsels en bloedsomloop: DCZ.

Ook duiktijd speelt een rol: het lichaam bestaat uit verschillende weefsels met verschillende opname snelheden voor gas. Snelle weefsels (bloed, longweefsel) zijn eerder verzadigd met stikstof dan langzame weefsels (botweefsel). Naarmate de duiktijd langer is, raken ook de langzame weefsels verzadigd met stikstof. Hierdoor verminderd de doorbloeding van de weefsels, waardoor de stikstof ook langzamer wordt afgegeven.

Sinds het bestaan van duiktabellen, de eerste werd in 1908 ontworpen door J.S. Haldane, komt DCZ minder voor. Helaas is duiken binnen de tabel geen garantie. De volgende factoren geven een verhoogde de kans op DCZ: kou, vermoeidheid, verminderde conditie, oudere leeftijd, zwaar werk, longziekten, uitputting, verontreinigde perslucht, hartaandoening ASD, vliegreis na de duik.

Klachten

Afhankelijk van de plaats waar de bellen zich manifesteren kunnen verschillende symptomen optreden. Daarom kan DCZ zich wisselend presenteren. 


  • Gasbellen in de huid: jeuk/branderig gevoel, gemarmerde huid, zwelling van de huid, meest voorkomend op de borst, schouders, rug en bovenbenen.
  • Gasbellen in de pezen, banden, kapsels van gewricht: gewrichtspijn met name in schouders, ellenboog en knie, eerst dof van aard, later borend. Klachten ontstaan in de eerste 12 tot 24 uur na de duik en worden vaak afgedaan als overbelasting. Onbehandeld kan dit tot blijvende beperking van beweging leiden.

  • Gasbellen in de hersenen of het ruggenmerg: hoofdpijn, verwardheid, visusstoornissen, duizeligheid, gevoelsafwijkingen, verstoorde coördinatie en oriëntatie, spierzwakte, epileptische insulten, halfzijdige verlamming, incontinentie. De klachten ontstaan snel (vaak binnen enkele minuten) na de duik. Onbehandeld kan dit lijden tot een beroerte of blijvende verlamming.

  • Gasbellen in de wand van maag-darm: misselijkheid, diarree, hevige buikpijn, verlies van bloed en slijm.

  • Long DCZ: te grote hoeveelheden gas naar de long of een te kleine capaciteit (bij longziekten) geven klachten als plotselinge ademnood, pijn bij ademhalen, (bloed)hoesten.

  • Gasbellen in de kransslagaders: pijn op de borst, misselijkheid en braken, transpireren, bleekheid, doodsangst, hartkloppingen welke kan dit lijden tot een hartinfarct en hartstilstand.


50% van de klachten presenteren zich binnen een kwartier tot een uur na de duik, echter kunnen tot 24 uur na de duik klachten optreden.

Behandeling

Soms verdwijnen klachten vanzelf binnen een paar dagen maar er kan ook blijvende en ernstige schade optreden. DCZ kan zelfs tot de dood leiden. Snel behandelen van DCZ geeft een betere uitkomst. Als je twijfelt of de klachten gerelateerd kunnen zijn aan de duik, neem dan contact op met het decompressiecentrum voor overleg.

Afhankelijk van de ernst van de klacht kan ter plaatse 112 worden gebeld en eerste hulp gegeven worden. Leg het slachtoffer in horizontale positie, veel bewegen wordt afgeraden omdat door schokken en schudden extra gas vrij kan komen met als gevolg extra belvorming en een toename van de DCZ. Indien mogelijk laat het slachtoffer flink drinken om het bloedvolume op peil te houden en stolselvorming in de bloedbaan te voorkomen. Zo nodig: start reanimatie

De medische behandeling van ernstige decompressieziekte

Het slachtoffer stabiliseren en zo snel mogelijk recompressie. Tijdens het transport of op de spoedeisende hulp 100% zuurstof (10 l/min) om het stikstof te elimineren en zuurstoftekort te bestrijden, een infuus met isotone vloeistof en vervoer naar de decompressietank voor hyperbare zuurstoftherapie.