Minder bruinvissen geteld in de Oosterschelde
Op zondag 22 september vond de jaarlijkse bruinvistelling van Stichting Rugvin in samenwerking met het Wereld Natuur Fonds plaats. Om een beeld te krijgen van de populatie bruinvissen die zich in de Oosterschelde bevinden, trekt Stichting Rugvin en haar vrijwilligers onder leiding van oprichter Frank Zanderink er ieder jaar sinds 2009 op uit om het aantal bruinvissen te tellen. Hoewel er dit jaar acht boten aanwezig waren om in linie de Oosterschelde af te varen, viel het aantal erg tegen. Er werden maar 18 dieren geteld, terwijl het aantal in de voorgaande jaren toch een stuk hoger lag: 42 dieren in 2012 en wel 61 dieren in 2011.
Het weer maakte het zoeken naar de rugvinnen op het water erg lastig, maar de onderzoekers en observeerders denken dat het lage aantal vooral te wijten is aan andere factoren. Zo is het sterftecijfer van de kleine walvissen sinds 2011 explosief gestegen (77 dode bruinvissen sinds vorig jaar mei), waarschijnlijk door een tekort aan voedsel: de meeste gestrande bruinvissen zijn gestorven aan vermagering of verhongering, blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Utrecht.
Ondanks de tegenvallende resultaten is het belangrijk om tellingen als deze jaarlijks te herhalen om meer inzicht te krijgen in de trends van deze populatie. De dag werd mede mogelijk gemaakt door acht enthousiaste lokale schippers, vrijwilligers van Stichting Rugvin en een financiële ondersteuning van het Wereld Natuur Fonds.
Lees ook: Klein aantal bruinvissen waargenomen tijdens telling
